Ga naar hoofdinhoud

Een mooie vraag voor een geloofsquiz: Hoe noemden de volgelingen van Jezus zich in de begintijd? U denkt misschien: “Christenen”. Maar er is nog een oudere benaming bekend: “Aanhangers van de Weg” (Hand. 9,2).

De geschiedenis van Gods Volk kenmerkt zich door het “op weg zijn”. We zien het in de weg die Abraham ging en de weg van het volk vanuit Egypte naar het Beloofde Land. Toen Jezus zei: “Ik ben de weg”, was dit voor zijn tijdgenoten geen vreemd begrip, behalve dat Jezus het aan zichzelf als persoon koppelde; dat was wel nieuw. De eerste Christenen waren zich er sterk bewust van, dat dit leven een weg is; ons einddoel ligt niet hier op aarde.

Onlangs konden we het verhaal van de Emmaüsgangers weer horen; ook zij waren samen op weg. Die gebeurtenis, toen op weg naar Emmaüs, was niet slechts eenmalig, niet alleen toen; het is een schets van ons gelovig leven, het gaat over het hier en nu; het gaat over ons. Wij gelovigen zijn op weg. Zoals God Abraham zegende, zo zendt Jezus zijn leerlingen uit met de woorden: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld” (Mt. 28,20). Ook belooft Hij de heilige Geest, die ons alles zal leren en te binnen brengen wat Jezus gezegd heeft (Joh. 14,26).

Dat Jezus met ons op weg is, mogen we heel concreet ervaren in de Eucharistie. Het is dan ook niet vreemd dat we in de geschiedenis van de Emmaüsgangers een overzicht kunnen herkennen van onze Eucharistieviering. Net als deze leerlingen, komen wij samen op onze weg en net als bij de Emmaüsgangers komt de Heer in ons midden. Nu echter niet meer ongemerkt; we zijn het ons bewust en het wordt uitgebeeld in de binnenkomst van de priester met de assistenten. Bij de opening van de viering begroeten wij elkaar in zijn Naam. In onze schuldbelijdenis spreken we uit dat we tekort zijn geschoten. Dan lezen we uit de Schriften. En net als die twee leerlingen toen, horen wij opnieuw het Woord van Christus dat tot ons komt door het Evangelie en de uitleg in de preek. Bij de voorbede vragen we net als de Emmaüsgangers aan de Heer om bij ons te blijven en zich over ons te ontfermen. Dan gaat de Heer met ons Emmaüs binnen en is Hij in ons midden door de priester die de dankzegging uitspreekt met de woorden van de consecratie over het Brood en de Beker. We zeggen of zingen het Lam Gods bij het breken van het Brood en net als bij de Emmaüsgangers mogen onze ogen steeds weer opengaan voor de aanwezigheid van de Heer; zo gaan wij te Communie. En zoals de twee leerlingen toen vol vreugde en met nieuwe kracht en hoop op weg gingen, terug naar de andere apostelen, zo gaan wij na de zegen op weg naar onze dierbaren om hen te doen delen in de vreugde van de Verrezen Heer.

Wie de waarde van de Eucharistie kent, beseft dat de Heer zo heel bijzonder in ons midden is op onze levensweg; de Heer, die Weg, Waarheid en Leven is. De Eucharistie mag Bron en Hoogtepunt van ons gelovig leven zijn. Hier vinden wij de ankerplaats, de rustplaats, maar ook het onderricht en de wijsheid, hier vinden we de liefde en de troost, de hulp en de kracht omdat de Heer in ons midden is en ons nodigt aan de maaltijd van zijn Verbond.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top