Ga naar hoofdinhoud

Het is een boeiend feest, 1 januari, “Maria Moeder van God”. Deze titel is een vertaling van het Griekse “Theotokos”. Het was op het Concilie van Efeze (431), dat de kerkvaders tot de uitspraak kwamen dat Maria, omdat zij Gods Zoon heeft gebaard, moeder van God genoemd mag worden. Jezus is God en mens. Maria is daarom niet alleen moeder van het mensenkind Jezus, maar ook moeder van Jezus Christus, van wie we in ons Credo zeggen: “God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de Ware God”.

In ons menselijk denken moeten we dan altijd even een sprongetje maken. Een moeder gaat toch altijd vooraf aan haar kind!? Inderdaad, maar God gaat altijd vooraf aan de moeder. Het is zoals Johannes de Doper zei: “Hij die na mij komt, is voor mij (Joh. 1,27)”. Johannes zegt dit terwijl hij toch een paar maanden ouder is. Of zoals Jezus het zelf zegt in een dispuut met de Joden uit Judea: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: voor Abraham werd, ben Ik (Joh. 8,58).” Dat zegt Jezus terwijl Abraham een paar duizend jaar eerder leefde. Door zijn goddelijke natuur bestaat Jezus al van voor de schepping. Hij maakt deel uit van Gods wezen. De apostel Paulus zegt het zo: “Hij die bestond in goddelijke majesteit, heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden (Fil. 2,6-7).” Dit heeft alles met het mysterie van Gods Drie-eenheid te maken en met het mysterie dat God ons mensen zo liefheeft dat Hij in alle dimensies van ons bestaan met ons verbonden wil zijn.

Midden in dat mysterie van “God met ons”, staat Maria. Die eenvoudige vrouw die op zo’n ongewone en onverwachte manier moeder werd, dat niet alleen zij, maar ook Jozef en uiteindelijk de hele mensheid, inclusief de wetenschap, in verlegenheid is gebracht. God maakt een nieuw begin met de mensheid en zo met de hele schepping door de geboorte van zijn Zoon. Maria is bereid om God alle ruimte te geven. Dat blijft niet bij een louter geestelijke of spirituele ervaring. Met God meedoen wordt heel concreet, tot in alle vezels van haar vrouw zijn. Zo zegt de heilige Augustinus dat de Maagd “eerst in Haar hart heeft ontvangen en daarna in Haar schoot (Toespraken 215, 4)”.

Gods menswording is ondenkbaar zonder het jawoord van deze vrouw. Zij laat ons zien waar het om gaat: God in jouw bestaan toelaten op zo’n manier dat heel je leven verandert. Niet alleen met mooie gedachten, maar zo dat je het voelt in je lijf, met inspanning, met spierpijn en hoofdpijn en tegelijk met vreugde, diep van binnen die zich een weg zoekt naar buiten. De weeën van de geboorte van Gods Koninkrijk op aarde.

In 1967 besloot paus Paulus VI om op 1 januari ook bijzonder te bidden voor de vrede in de wereld. Deze wereldgebedsdag voor de vrede is een aanzet om alle Christenen en alle mensen van goede wil te verenigen in dit verlangen naar vrede. Na het tumult van oudjaar, volgt daar de Mis van Nieuwjaar. We worden uitgenodigd met Maria te bidden om vrede, opdat Gods menswording doorgaat in ons en wij vredebrengers zijn, herauten van Gods Koninkrijk op aarde. Zalig Nieuwjaar.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top