Ga naar hoofdinhoud

‘Multitasking’; Kende u dat woord al? Het was plotseling trendy. Ik ken de term uit de computerbranche. Als je een snelle computer hebt, kan hij meer taken tegelijk uitvoeren. Tegenwoordig willen mensen ook multitasken, het is tenslotte altijd en overal druk, druk, druk. Ineens kwam daar de bewering dat vrouwen beter kunnen multitasken dan mannen. Het leek een opsteker voor de vrouwen. Totdat nieuw onderzoek aantoonde dat mensen helemaal niet kunnen multitasken, ook vrouwen niet. Alleen routinehandelingen kan je  min of meer tegelijk met ander werk uitvoeren.

Het grappige is overigens, dat een computer eigenlijk ook niet kan multitasken als hij niet meer processoren heeft die tegelijk werken. Het  multitasken met één processor is nep. Die processor springt gewoon snel heen en weer van de ene naar de andere taak. Twee programma’s draaien dan allebei de helft langzamer. Dus ook daar: schijn bedriegt.

Maar de vraag die mij bezighoudt is: waarom willen mensen zoveel dingen tegelijk doen, waarom willen we multitasken? Om nog meer te doen? Ja, soms is het wel gemakkelijk, als het druk is met de kinderen, op de zaak, een moment van crisis of als het spitsuur is en alles tegelijk moet. Maar moeten we willen wat niet van nature past in ons systeem? We lopen vast in een veelheid van onderwerpen, taken, mogelijkheden, kansen, aanbiedingen, uitdagingen, nieuwe producten, nieuwe ontwikkelingen, nieuw, veel, nog meer, en alles tegelijk …

Goethe schreef in 1802 een sonnet met daarin de zin: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister”. Die wijsheid mag in onze tijd opnieuw in gedachten worden gehouden. Dat geldt niet alleen voor volwassenen, maar ook voor adolescenten en kinderen met hun mobieltjes. In onze tijd spreken we over de ‘global village’, de wereld als een dorp. Door alle nieuwe media zien we direct wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Die tendens gaat alsmaar door. Het is dus verstandig om zelf je wereld beperkt te houden. Ons hoofd is niet gemaakt om heel de wereld bij te houden. We komen aan onze grenzen en als we die grenzen niet zelf veilig stellen, gaan we over onze grenzen heen en breekt het lijntje.

We moeten vasten in veel om niet in veelheid vast te lopen. Minder prikkels, zodat we ze beter kunnen verwerken. Niet twee, drie, vier dingen tegelijk, maar één ding goed doen. Ook het klokje van gehoorzaamheid kan ons helpen. Benedictus leert ons om op geregelde tijden het werk los laten, omdat er andere belangrijke dingen in het leven zijn. Zoals hij zegt: “Ora et labora”, bid en werk. Zomaar overdag tijd nemen voor ons lijntje met God. Hij helpt ons weer de goede prioriteiten te kiezen.

Om terug te keren naar het eenvoudige leven hoeven we niet alle vindingen van de moderne tijd over boord te zetten. Wat goed is mag blijven. Maar eenvoudig leven maakt echt gelukkiger. Om met nog een Goetheaanse uitdrukking te eindigen: “Niet het vele is goed, maar het goede is veel”. Weg uit de veelheid, we mogen creatief zijn in de vastentijd. Vrij worden van de veelheid kun je alleen door jezelf beperkingen op te leggen. Het is een gunstige tijd, die veertigdagentijd. Ik wens u wat minder.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top