Jezus wil redden wat verloren dreigt te gaan. Hij weet een vrouw te redden van de dood door steniging. Zo biedt Hij ook ieder van ons een nieuw begin, juist nu in deze veertigdagentijd.
Op de vijfde zondag van de veertigdagentijd naderen we de Goede Week; het lijden en sterven van Jezus komt steeds dichterbij. Jezus weet het. In het Evangelie van vandaag zegt Hij: “Als de graankorrel sterft, brengt hij veel vrucht voort”.
Met het Bloed van zijn Zoon schrijft God zijn Wet in ons hart, alleen zo worden onze stenen harten weer van Vlees en Bloed, kunnen zij kloppen voor Gods Wil, voor Gods liefde, voor onze naaste.
Dode sta op, Lazarus kom uit je graf. Jezus brengt mensen tot leven. Dat gaat echter niet vanzelf. De dood heeft vele vermommingen. Het graf is niet alleen op een begraafplaats.
Wie wat ouder is, weet dat hij of zij leeft bij de gratie van Gods barmhartigheid. Wie in zijn hart kijkt, weet wat er in de loop der jaren gepasseerd is.
Afgoden zijn goden die we zelf maken, omdat we denken dat we het met de afgoden zelf in de hand hebben. Het gaat om de vraag waar jij je heil van verwacht, waar jij je geluk van verwacht, je toekomst, de zin van jouw bestaan.
Wanneer onze geest vrij wordt door Christus, door Gods genade, dan mogen wij de kracht vragen dat God niet alleen onze bedoelingen en verlangens zuivert en inspireert, maar dat dit ook doorwerkt in heel ons menselijk bestaan, in ons doen en laten; dat we de kracht krijgen het goede te willen en het goede te doen, naar de maat van Christus; ook ons lichaam mag delen in die vrijheid, heel de mens wordt verlost.
Wij kunnen veel van Jozef leren. Vooral die luisterende houding, waardoor hij het woord van de engel kon ontvangen. Ook de bereidheid het leven en de last van het leven aan te nemen en met Gods hulp te dragen. We leren van Jozef echte wijsheid, waardoor hij een goede vader voor Jezus kon zijn.