Vijf gerstebroden en twee vissen. Het is tijd om onze onmacht en onze kleinheid onder ogen te zien en ermee naar Jezus te gaan. Voor Hem zijn we nooit te klein en hebben we nooit te weinig.
Dankzegging thuis aan de maaltijd voor het voedsel voor deze dag in ons aardse sterfelijke bestaan. Dankzegging hier in de Kerk, voor het voedsel dat ons eeuwig leven schenkt. Dankzegging als levenshouding van mensen die vol dankbaarheid naar God en elkaar door het leven gaan.
Er is een grote spanning in dat wat hier gebeurt. Wat zoeken deze mannen bij Jezus? En wat voor mogelijkheden ziet Jezus in deze mannen? Dit moment, als zij het begrepen hadden, had een uitbreiding van Jezus leerlingen kunnen worden met vijfduizend man tegelijk.
In het Gods Koninkrijk gaat het om het vreugdevol vertrouwen dat als we Hem de eerste plaats geven in ons denken en doen, Hij ons de eerste plaats geeft in zijn zorg. Tegelijk moeten we ook bereid zijn te delen in zijn lot. Want God wordt zelden gewaardeerd,dus moeten we niet verwachten dat wij als Kerk zo gewaardeerd zullen zijn, eer en dank zullen krijgen.
Een wonder is voor een gelovige mens niet zomaar iets onverwachts, iets onverklaarbaars, iets bijzonders. Voor een gelovig Christen heeft een wonder altijd een betekenis. Een wonder zegt iets, heeft een bedoeling die verder gaat dan alleen dat moment, het stijgt boven het persoonlijk belang uit.
Broodvermenigvuldiging: Breng je eigen kleinheid bij Hem, breng je beperktheid, je tekort, je onmacht, je moedeloosheid, bij Hem. Maar breng ook dat wat je wel hebt, al is het nog zo weinig, breng die paar talenten die je hebt, breng je goede moed, breng je vertrouwen, ja, breng jezelf bij Hem. Als het zijn tijd is, doet Hij zijn teken, en dan sta je verbaasd, net als toen die menigte.
Overvloedig: Vorige week een overvloedige woorddienst ..... Vandaag het overvloedige vervolg: een overvloedige dienst van de tafel uit dezelfde bron, Gods overvloedige liefde.