Het gaat vandaag in het Evangelie om een bijzondere vorm van naastenliefde. Hoe corrigeer je elkaar? Dat is niet eenvoudig maar wel belangrijk. We gaan te rade bij Hem die ons voorgaat op de weg van de naastenliefde.
Samenwerking, vriendschap, gemeenschap, kerk, dorp, gezin, hoe houd je het in stand en op peil? Maar ook, hoe houd je het zuiver en oprecht, open en transparant?
“Ben ik soms mijn broeders hoeder?” En daar zit hem de kneep, inderdaad wij zijn elkaars hoeder. God vraagt ons oog voor elkaar te hebben en te houden. Maar niet een gemakkelijk oog, juist als iemand afdwaalt van de weg die Christus ons wijst, de weg van het Evangelie, de navolging, dan vraagt Hij ons naar die ander toe te gaan.
De correctio fraterna is een groot goed in de Kerk. De broederlijke of zusterlijke correctie. Een gemeenschap rondom Christus, staat open voor zo’n correctie. Daarin bestaat geen onderscheid tussen groot of klein, man of vrouw, geleerd of eenvoudig, jong of oud.
Onze menselijke wet op de privacy sluit niet altijd aan bij wat Jezus ons leert. Hij wil dat wij echt betrokken zijn bij elkaar. Als je broeder of zuster gezondigd heeft, dan moet je daar met hem of haar over spreken en daarin volharden.
Iemand doet iets verkeerd in jouw ogen. Wat doe je nu? Jezus hanteert maar één model, zoals altijd, het allermoeilijkste maar ook het allerbeste. Het persoonlijke gesprek.
In onze tijd is het voor ons heel moeilijk te accepteren dat er mensen in de kerk aangesteld zijn die namens God mogen spreken. Echter, kerkelijk gezag is een uitdrukkelijke instelling van Jezus zelf. Het bewaart de eenheid.