Op deze zondag zijn we getuigen van Abraham die ervan overtuigd is dat hij zijn zoon moet offeren. We zijn ook getuigen van Jezus die op de berg van gedaante verandert.
Op deze avond gedenken wij hoe Jezus ons een blijvend teken naliet van zijn aanwezigheid. De Maaltijd van het Nieuwe Verbond is de gedachtenis van zijn offer, van zijn vergeving en zijn verzoening. Hij laat het ons na als een opdracht om Hem te gedenken.
Met het Bloed van zijn Zoon schrijft God zijn Wet in ons hart, alleen zo worden onze stenen harten weer van Vlees en Bloed, kunnen zij kloppen voor Gods Wil, voor Gods liefde, voor onze naaste.
Gods redding is niet gericht op iets, niet op omstandigheden of nieuwe techniek, niet op wetgeving of materiële vooruitgang. Gods redding is gericht op ons als mens, op ons hart, op onze ziel.
Ronduit zeggen: “Hij is de Zoon van God, Hij is de Messias, de Verlosser, Hij is onze toekomst, Hij maakt het verschil tussen leven en dood, geen mens kan aan hem tippen”, dat vinden ook veel Christenen best lastig.
Iedere mens wordt anders beproefd, iedere mens is gevoelig voor andere bekoringen en de satan zal ieder mens dan ook aanpakken op zijn of haar kwetsbaarste punt.
Elkaar de voeten wassen is dienen, bereid zijn de rotklusjes op te knappen, niet te zeggen “doe dat zelf maar”, of “dat laat ik aan een ander over”. Pas als wij Jezus in die houding navolgen kunnen wij met recht zeggen dat wij door Hem tot Kinderen van God zijn gemaakt.
Afgoden zijn goden die we zelf maken, omdat we denken dat we het met de afgoden zelf in de hand hebben. Het gaat om de vraag waar jij je heil van verwacht, waar jij je geluk van verwacht, je toekomst, de zin van jouw bestaan.
Wanneer wij opkijken naar het kruis, zien we wat Jezus voor ons over heeft. We zien ook waar zonde, hoogmoed, angst en eigenbelang toe leidt, want daardoor hangt Hij daar. Maar we zien vooral dat Jezus toont dat die weg leidt naar de overwinning en dat Gods liefde groter is dan het kwaad wat wij mensen Hem en elkaar aandoen.