Waar doe je het voor? Dat zou je naar aanleiding van het Evangelie van deze zondag kunnen denken. Jezus leert ons te vertrouwen op Gods goedheid. Hij zal ons een mooie plek geven in zijn koninkrijk.
Jezus is de koning van de innerlijkheid, van de binnenkant. In de liturgie worden we uitgenodigd door de uiterlijke vormen heen te kijken en hem te vinden die ons innerlijk wil genezen en heiligen.
Hoe gaan we om met het lijden? Die vraag komt vandaag indringend naar voren. De weg die Jezus gaat is anders dan die van de wereld. Petrus heeft daar nog veel in te leren, net als wij.
Vandaag vragen we ons af: “Waar doe je het voor?” Hoe gek moet je zijn om goed te blijven doen? Hoe dwaas is God dat zijn goedheid zonder maat is? Die goedheid van God mogen wij proeven en ervaren, hier en nu.
We vieren onze patroon de H. Augustinus. De lezingen spreken over liefde en die is niet zonder risico, als je probeert te begrijpen wat Jezus met liefde bedoelt.
Petrus wordt geconfronteerd met het lijden van Jezus. Daar heeft hij veel moeite mee, hij wijst het af. We mogen ons vandaag herkennen in Petrus, maar vervolgens luisteren naar de weg die Jezus wijst, een weg ter navolging.
Jezus is niet politiek correct, Hij laat zich niet vangen in de ongeschreven regels van de samenleving of de subcultuur, Jezus moraliseert, Jezus corrigeert, Jezus houdt een spiegel voor.
Wanneer een samenleving Jezus niet navolgt, niet oppakt wat Jezus ons leert over God de Vader, als een samenleving haar eigen godsbeelden schept - soms een slap aftreksel van wat Jezus leert, soms iets heel anders - dan valt een maatschappij terug op haar eigen ideeën, haar eigen kracht en macht.